Laatste jeugdzomer VI

Het is winter, het is koud, logisch. Dat zal wel, maar ik kan me dergelijk koud weer nauwelijks herinneren, bij mij betekent winter op z'n best 1-2 graden Celsius (plus) en een vervelende vochtigheid, de rest valt mee. Het klimaat in Ierland is over het algemeen heel anders dan in Polen, maar dat is normaal – een andere geografische locatie en er valt niets te filosoferen, je moet er gewoon aan wennen, want anders bevries je. Maar dat is niet het ergste. Ik begin mij langzamerhand eenzaam te voelen, ik mis de pubs, de zorgeloze gesprekken over wedstrijden, van de ene of andere club, de commentaren over fout ingezette races, of de roddels over wat er in de kerk gebeurde zodra de eerwaarde het huwelijk aankondigde van miss O'Breddy, waar de helft van de stad verliefd op was en de tweede helft dit niet wilde toegeven, behalve ouderen, vrouwen en kinderen – hoewel we eigenlijk niet weten wiens hart zij nog heeft gebroken. Hoe dan ook, niemand van ons had een kans bij haar. Zij heeft een rijke zakenman uit de grote wereld gekozen en vertrok met hem ergens ver weg. Het is zaterdagavond, pikkedonker. Wat valt er te doen? Gelukkig heb ik wel een radio en TV in deze wildernis. Eigenlijk kijk ik geen televisie, niet echt een fan. Maar de kunstenares heeft mij overgehaald om naar de radio te luisteren, vooral op zaterdagavond wanneer ze het populaire muziekprogramma draaien, de zogenaamde hitparade. Dit bleek een goed advies te zijn. Een schot in de roos. En nu ben ik net verslaafd, waar ik ook ben, ik haast me naar huis om het programma niet te missen, geleid door een zeer gevoelige man, met humor en charisma, en zijn stem klinkt net of deze speciaal voor de radio is gemaakt. Een echt mooie stem. Het is bijna 22:00 en in de achtergrond klinkt "Crying in the rain" van A-ha. Het voelt opeens zo zalig van binnen, er is iets ontwaakt wat lang sluimerend was. Het is bijna Kerstmis. Iedereen is druk met hun voorbereidingen en niemand heeft ergens tijd voor. Zelfs de kunstenares is al een paar dagen niet geweest, waar ik me eigenlijk niet zo druk om maak. Zij is gewoon hier en haar aanwezigheid is een deel van mijn nieuwe leven geworden, net als een huiskat die zijn eigen wegen heeft, die komt en gaat wanneer hij dat wil. In het begin irriteerde mij dat, ik vond dat zij net een zwam was, die op een gezonde boomstam groeit en samen met de sappen van de boom langzaam het leven eruit zuigt. Nu denk ik er niet meer zo over. Zij en dat onophoudelijke geklets van haar, het is gewoon zo. De kunstenares is gewoon zo, zij praat één keer per dag en verschijnt op de minst geschikte momenten, voor haar bestaan er geen sociale normen of vastgestelde tijden. Nee, nee, het is niet een gebrek aan cultuur, zij ziet dat anders, zij ziet dat door de ogen van een artiest. Mijn sceptische houding ten opzichte van haar ziet zij als een gebrek aan acceptatie en begrip voor haar gevoelige artistieke aard. Soms weet ik echt niet waar zij het over heeft. Ik laat haar gewoon praten, ik ben er nu al aan gewend, ik heb tenminste iemand waar ik mee kan praten in mijn vrije tijd, en om naar te luisteren, zelfs wanneer zij haar lange en zware monologen houdt. Maar ik heb veel van haar geleerd over kunst, en kunst is ongetwijfeld iets dat je niet kan weerstaan. De kunstenares is een kunsthistoricus van beroep, maar haar grote liefde is schilderen. Ze heeft altijd verhalen over schilders, beeldhouwers en hun werken. Nogal zwaar, maar altijd interessant en fascinerend.

Kerstavond, kleurrijke lampjes op kerstbomen, het kabaal van kinderen die cadeautjes openscheuren, omringd door geschenken van de Kerstman waar ze van droomden, gegil en herrie. Kreten van vreugde door de poppen, teddyberen, speelgoedauto's en wat hun hartje begeert. Een warm, feestelijk kerstdiner, wensen, vrolijke sfeer. Bij Mieciek en Karolek thuis ook. Zij geloven dat hun God is geboren – hun eigen Jezus, de Christus van Mieciek, Karolek en iedereen zoals zij, want Hij is ter wereld gekomen voor hen, geboren net als zij, arm en koud. God-Mens, het eigendom van hun hart, ziel en geest. En dit kun je horen, in de kerstliederen die overal te horen zijn. Hier in de Mazurië klinken ze helemaal anders, maar toch zo bekend, net zoals de kerstliederen die mijn moeder mij leerde toen ik klein was. De Kerstsfeer in Polen is prachtig, maar helaas niet bij mij thuis. Ik heb geen kerstboom en geen kerstdiner. Ik eet haastig iets aan een gedekte tafel, zoals iedere dag. Waarom? Zo is het nu eenmaal. 

24 december, 17:49 uur in de stad Old Town in de buurt van Kilkenny was er een tragisch ongeluk, waarbij twee volwassenen en een meisje van ongeveer 8-10 jaar oud om het leven kwamen. Dit was het bericht dat elf jaar geleden in de lokale pers stond... Op kerstavond verloor ik de drie meest dierbare en geliefde personen.

Mama was altijd lief en met een lach op haar gezicht en ze had altijd tijd voor ons, ze las veel voor en vertelde interessante verhalen over mensen en paarden, door haar ben ik een paardenliefhebber geworden. Ze was een dierenarts.

Papa was altijd liever voor mijn zus en behandelde mij als een man, zonder onnodige, in zijn ogen, gevoeligheid. Maar hij was altijd eerlijk en ik weet zeker dat hij, op zijn eigen manier, van mij hield. Hij toonde nooit negatieve emoties ten opzichte van mij. Wanneer dat nodig was, gaf hij altijd advies en hielp hij mij. Hij was een koopman bij de "Dublin Ports Agency c.o.".

Mij zus Joasia was pas 9 jaar oud, veel jonger dan ik, zij was een mooi, slim en goed meisje. De juf op school prees onze "kleine Joan", zo noemde zij haar, altijd omdat ze zo goed leerde en graag andere kinderen hielp. Joasia had talent, zij tekende ongelofelijk vreemde dingen, maar die tekeningen van haar hadden niets te maken met gewone krabbels van kinderen, zij wist zelf niet hoe zij haar tekeningen moest omschrijven, maar zij voelde dat zij gewoon moest tekenen, iets trok haar in die richting. Ze was buitengewoon. Het ergste wat ik toen moest doen, was de identificatie. Ik moest het tegen mezelf opnemen. Ik moest oog in oog met de dood staan. Door de wanhoop die mij toen overviel, kon ik niet meer rationeel denken. Ik wilde niet meer leven. Meteen na de begrafenis eindig ik mijn leven – dacht ik, en zo besloot ik ook. In de sectiekamer was het doodstil. Want hoe moet die stilte zijn? Anders? In zo'n sombere plek? Ik zou zo meteen de drie meest dierbare mensen in mijn leven zien. Maar dit was slechts hun stoffelijk overschot. Nog een paar dagen geleden lachten en praatten we samen. We hadden plannen voor een lang leven samen. Papa, als een gezellige opa met een lange, grijze baard, met een horde kleinkinderen om zich heen, puffend uit zijn pijp, lachend met de kinderen en vol met grappen. Mama, als een matroneachtige oma, die cake met noten en rozijnen voor haar allerliefste kleinkinderen bakt, die wij allemaal zo lekker vonden, en vooral mijn vader en Joan. Papa hield van lekkers en Joasia had dat van hem geërfd. Joasia wilde een ster worden, zij had nooit gespecificeerd wat voor een ster, maar dat was het plan. Het is jammer dat alles wat ik nu over mijn familie zeg in de verleden tijd is vastgezet en dat dit onomkeerbaar is. In een ogenblik zijn ze slechts een herinnering geworden. Een warme, maar bittere herinnering. Ik keek naar hun gewonde lichamen, hun gezichten bevroren in een postume grijns. Het verdriet greep me naar de keel. Ik huilde niet, ik liet geen enkele traan. Ik kon nooit en kan nog steeds niet huilen, maar het huilen en jammeren van mijn ziel hoort waarschijnlijk iedereen rondom mij. Wellicht ben ik een slecht mens? Vandaag kan ik deze vraag nog steeds niet beantwoorden. En ik zal dit zo onbeantwoord laten, mijn leven zal dit zeker verifiëren en bepalen en de mensen om me heen zullen mij beoordelen.

Hoewel het menselijk oordeel of de mening van anderen over ons niet altijd een goede indicator is, want soms beoordelen echt slechte mensen goede mensen, volgens hun eigen slechte criteria, waardoor het beeld van een ander mens wordt verstoord. Laten we daarom voorzichtig zijn en laten we proberen om anderen niet te beoordelen als we zelf iets hebben dat een schaduw werpt op ons geweten. Een oude waarheid, maar nog steeds actueel. De tijd verstrijkt...   

                                                                                                                                                                                       Wordt vervolgd.


 

facebook