Praktisch miniwoordenboek Nederlands – Pools
Praktisch miniwoordenboek Nederlands – Pools
Deze keer presenteren wij een aantal woorden en zinnen die handig kunnen zijn tijdens een eerste kennismaking/gesprek.
Ben je getrouwd (man)? Czy jesteś żonaty? Tschi jesteshj shonati?
Ben jij getrouwd (vrouw)? Czy jesteś zamężna? Tschi jesteshj samevshna?
Ik woon alleen Mieszkam sam. Mieshkam sam.
Met wie ben je getrouwd? Z kim się ożeniłeś? S kiem sjew osheniwes?
Met Anna. Z AnnÄ… S Annow
Heb je kinderen? Czy masz dzieci? Tschi mash dsjetsji?
Nee, ik heb geen kinderen. Nie, nie mam dzieci. Nje, nje mam dsjetshji.
Hoeveel kinderen heb je? Ile masz dzieci? Ile mash dsjetshji?
Ik heb ... kinderen. Mam ... dzieci. Mam ... dsjetshji.
het kind dziecko dsjetshko
de kinderen dzieci dsjetshji
de ouders rodzice rodsjitse
de zoon syn sin
de dochter córka tsoerka
de broer brat brat
de zus siostra sjostra
broers en zussen rodzenstwo rodsjenstvo
de jongen chłopiec chvopiets
het meisje dziewczynka dsjevtshjinka
de moeder matka matka
de vader ojciec ojtsjets
de vrouw żona shona
de man mąż mowsh
de oma babcia babtsja
de opa dziadek dsjadek
de neeft kuzyn koesin
de nicht kuzynka koesinka
de tante ciocia tsjotsja
de oom wujek voejek