Laatste jeugdzomer V

Na 3 dagen begon de gezondheid van mevrouw de kunstenares te verbeteren, een ploeg van monteurs herstelde de schade die door het onweer veroorzaakt werd, het leven begon weer langzaam op gang te komen en mijn plannen begonnen vorm te krijgen.

- Ik ben weer helemaal gezond en voel me goed, dus ik ga  naar huis. Ik heb voor u, meneer Kamil, alleen onnodige problemen veroorzaakt. Maar dank u wel voor de goede zorgen.

- Graag gedaan, maar u moet nu echt  gaan. Bent u een pechvogel?

- Nee, dat denk ik niet. Maar  waarom vraagt u dat?

- Ik heb uw fiets gerepareerd en de ketting gesmeerd, deze zal er niet meer vanaf gaan en u zult veilig thuis komen. Ik heb voor u boodschappen gedaan en bij de deur laten staan, dus u kunt maar beter opschieten voordat iemand met honger zichzelf er tegoed aan doet. En voordat u weer iets krijgt, een loopneus of zelfs een gewone verkoudheid.

- Ik weet echt niet hoe ik u moet bedanken.

- Het is niet nodig en de schuld betaalt u mij terug op een ander moment.

- Ja, ja, ik breng het geld straks terug, elke cent, maakt u zich geen zorgen.

Bij het weggaan zei mevrouw de kunstenares, als ik me niet vergis, zoiets als half-om-half, wel een Pool maar in het algemeen meer een Schot.

Ik deed alsof ik het niet hoorde of ik wilde het misschien liever niet horen. In de regel hoor ik wat ik wil.

Eind mei, mooi weer, materiaal gebracht. Termijnen gesteld, ik begin mijn dromen te realiseren.

Het is waar dat Mazurië goddelijk mooi is en dat je nergens zulke landschappen kunt vinden als hier.

Schoon water, weelderig en sappig gras. Het leven hier is heerlijk.

De heer Marek met zijn assistenten kwamen aan zoals afgesproken om 6.30 uur.

- Dat zijn Miećko en Karolek – zei Marek, prima jongens, ze hebben gouden handen, maar u zult het zelf zien, meneer de Bestuurder.

- Leuk, ga maar beginnen. Als u iets nodig hebt dan schrijf het maar op een blad papier en ik ga het kopen en brengen, oké?

- Geen probleem, meneer de Bestuurder, maar ik ben hier niet om te schrijven, maar om te werken. Naar de winkel is het slechts een paar meter, we kunnen er dus samen naartoe gaan en kopen wat we nodig hebben, het is niet ver weg... Maar ik zie dat we al wat hebben om mee te beginnen, u hebt veel planken en nagels gekocht, isolatiemateriaal is er ook. Dat is genoeg voor het begin.

En ze begonnen te werken en ik hield me bezig met mijn eigen zaken. In de middag kwam, zoals altijd onuitgenodigd, mevrouw de kunstenares.

- Ik heb het geld meegebracht. Wilt u het natellen?

- Nee, dat is niet nodig, het is zeker genoeg.

- En waar is de bouwploeg, hebben ze pauze?

- Hoezo pauze? Ze hadden een pauze één uur geleden, zijn ze er niet?

- Nee. Ik heb niemand gezien.

- Gaat u mee? Zo meteen kunt u mijn idee evalueren, ik moet kijken wat er aan de hand is met de bouwers.

hetgeen wat we zagen was pijnlijk, in het voorste deel van de stal sliep de voorman op een plank, Miećko mompelde iets en Karolek met een baret op zijn ogen lag in het zaagsel en zwaaide met een hamer in verschillende richtingen.

Verspreid over de vloer lagen er lege flessen van de lokale fruitige lekkernij, huidig jaargang, heel goedkoop. Terloops gerekend 5 flessen per hoofd.

Lieve hemel, meneer de voorman, wanneer hebben jullie alles opgedronken? Daarvan zou zelfs een olifant dronken worden.

- En waarover gaat het? – vroeg de heer Mareczek heel bewust.

- Baas, alles komt goed, morgen gaan we alles inhalen.

En op dat moment  ging een trilling door het lichaam van de voorman. Hik, en na een momentje nog een hik, het is me alleen gelukt te schreeuwen naar Agata, pas op voor uw schoenen. En toen gebeurde dat, wat te verwachten was. Meneer de voorman kreeg zeeziekte of had het gevoel van een carrousel. Dat maakt op zich niet uit. Gelukkig waren de schoenen van mevrouw de kunstenares gered en ze liep zonder schade naar buiten. Geen wonder, niet het mooiste zicht en geen geur van parfum.

Pas op, dronken zatlappen, morgen zullen we daarover praten. Ik trek het van jullie salaris af. Voorschotten kunnen jullie ook vergeten, sukkels. Niets is klaar, rommel overal, dat is ondenkbaar! Maar al snel blijkt het dat het in Polen wel denkbaar is, en in het bijzonder hier in Mazurië..........En de tijd verstrijkt.

De volgende dag om 7.30 uur stond Mareczek en zijn rampzalige ploeg, Miećko en Karolek, lijkbleek op de drempel van mijn huis en ze zeiden met neergeslagen ogen dat ze kwamen om zich te verontschuldigen.

- Jullie hoeven je niet te verontschuldigen, dronkaards en zuiplappen. Het salaris voor gisteren kunnen jullie vergeten. Op elke andere plaats in de wereld zouden jullie de laan uitgestuurd worden. Jullie hebben geluk dat jullie voor mij werken.

En nog iets, ik ga van het gehele  contract 20 procent aftrekken voor niet-naleving van de leveringstermijn.

- Blijf maar rustig, meneer de Bestuurder, het is niet gezond om boos te worden. U kunt geen betere arbeiders vinden. En er kan altijd een ongeluk gebeuren, toch? “Klopt!”  antwoorden de lijken van Miećko en Karolek.

- Mens, wil je me bedreigen?! In een beschaafd land komt u voor dergelijke bedreigingen in aanraking met de politie.

- Ik ben niet bang voor politieagenten.

- Karolek, vertel meneer de Bestuurder wie hier politieagent is?

- Jouw zwager, hé Maćko?

- Dat klopt – antwoorde bleek als papier zijnde Miećko.

- Oké, oké, als jullie willen verdienen, moeten jullie niet drinken en werken, dan zal ik op tijd betalen, afgesproken?

- Ha, ha, ha, maar meneer de Bestuurder we moeten drinken als u rechte muren wilt hebben. Anders worden ze scheef. Wij houden van goedkope wijn, die is goed.

- Goed???

- Ja, goedkope wijn is goed omdat deze goed en goedkoop is. Jongens, klopt dat?

Ik moet zeggen dat ik moest lachen om de eenvoudige filosofie van de heer Mareczek. Iedereen weet waar ligt het fundament van deze tragikomedie, maar niemand is dit tegengekomen. Zolang er staatsboerderijen bestonden, hadden de mensen werk, hadden ze iets te doen, en dan kwam de vrijheid, waarover iedereen droomde, en daarmee het kapitalisme, werkloosheid en pathologieën. Ik ben en ik was, God behoede, geen socialist of communist, maar ik denk dat je eerlijk moet zijn en zeggen zoals het is – niemand in het nieuwe Polen heeft de gewone mens een kans gegeven, het nieuwe systeem liet hem in de steek. Zoals: je bent nu vrij, je moet jouw lot in je eigen handen nemen en dan heb je jouw tweede Ierland. En wat weten jullie eigenlijk over Ierland dat jullie het als zand in de ogen van het volk strooien? Jullie weten niets!

Jonge, sterke en rijke mensen, deze zullen het aankunnen. En wat zouden degenen doen die geen goede opleiding hebben, die onbeholpen zijn? Het vorige systeem heeft tegen alle uitingen van vindingrijkheid en ondernemerschap gevochten. Nee! Niet iedereen moet de architect van zijn eigen lot zijn, nog beter dat hij het niet is!

                                                                                                                                                                                 ... Wordt vervolgd

 

facebook